Pakyî en Tamandua zijn de twee enige overgebleven leden van de Piripkura die nog op nomadische wijze leven in het regenwoud. Hun gebied wordt steeds meer omringd door houtzagerijen en boerderijen, die verder willen uitbreiden. Om de beschermde status van dit stukje regenwoud in stand te kunnen houden, moet bewezen worden dat de twee indianen nog leven. Daarom trekt Jair Candor om de zoveel jaar de jungle in, op zoek naar de twee mannen. Zijn filmploeg probeert met de film het bewijs van hun bestaan te leveren. Dat het Amazonegebied mooie plaatjes oplevert is natuurlijk al langer bekend. Maar Piripkura toont ook de tragiek van de inheemse volken en het stelselmatige geweld tegen hen. De dreiging is voortdurend op de achtergrond aanwezig. Ondanks de bewonderenswaardige veerkracht en onverzettelijkheid van de laatste Piripkura hangt de onvermijdelijke vraag in de lucht: hoelang nog? De fakkel die Tamandua meedraagt wordt gaandeweg een metafoor voor het uitdoven van diezelfde cultuur, en de rol die de bewoonde wereld met al zijn technologie speelt zowel in haar aftakeling als voortbestaan. Piripkura won de Human Rights Award op IDFA.